|
||||||||
|
In de jaren ’60 kwam het Zweedse jazzpubliek in aanraking met de zogenaamde cool jazz overgewaaid uit de Westcoast van de V.S. met als vaandeldragers pianist Lennie Tristano en de saxofonisten Lee Konitz en Warne Marsh. In Zweden was het vooral baritonsaxofonist Lars Gullin die de Westcoaststijl aanhing, maar ook de jonge altsaxofonist Rolf Billberg (1930-1966) verscheen op het toneel als een van de meest getalenteerde vertegenwoordigers van het genre. Mede door zijn voortijdig overlijden zo’n 10 maanden na deze opnamen vooral door zijn drankmisbruik bereikte hij nooit een sterrenstatus. Deze voorheen onbekende opnames vormen een zeldzame getuigenis van de staat van de Zweedse jazzscene in die dagen. Het betreft een privé opname van een optreden in de befaamde jazzkelder Subland in Malmö uit 1965. Hij wordt hier begeleid door Lucas Lindholm op contrabas, Lasse Lindström op drums en op drie composities door Kjell Norlén op gitaar. Het album gaat van start met “Fobic” de enige compositie van Billberg op het album. Het is in medium tempo, de sound van Billberg komt wel heel dicht bij die van Lee Konitz, een van mijn muzikale helden. Het geroesemoes van het publiek draagt zeker bij tot de sfeer van deze opnamen. Verrassend is ook het gitaarspel van Norlén met zijn single notes. Het bekende “I can’t get started” van Vernon Duke is het volgende nummer op het repertoire van die avond, jammer dat een aantal dames menen er doorheen te moeten kakelen. Met “Topsy” van Edgar Battle en Eddie Durham gaat het tempo fors omhoog, opgestuwd door een swingende bas en subtiele vegen van de brushes klimt Billberg naar grote hoogte, heerlijk. Ook de beide Lee Konitz nummers “Nursey Rhyme” en “Hi Beck” zijn Billberg op het lijf geschreven, beiden in een razend tempo, knap. Het concert wordt afgesloten met een fraaie versie van “Yardbird Suite” van Bird zelve oftewel Charlie Parker. Een aanrader zeker gezien het weinige materiaal van Billberg en zijn vlekkeloze weergave van de cool jazz. Jan van Leersum.
|